Werk in een havenplaats als IJmuiden is soms lastig voor journalisten. Probeer maar eens aan boord van een schip te komen. We zouden er bijna gevarengeld voor moeten krijgen.
Vorige maand bezocht ik de bootsman van sleper Svitzer Marken. Het schip lag in de Vissershaven. In het donker met een sprongetje aan boord. Maar eenmaal klaar met het gesprek was het meer eb geworden. En keek ik aan tegen de kademuur. Een meter hoger stond mijn fiets. Hoe doe je dat? Je staat op de reling van het schip. Je laat je voorover vallen tegen de muur. Onder je klotst het koude donkere water. Je stapt op een uitsparing in de muur. En klimt naar boven.
Gisteren was het de beurt voor mijn college Arthur de Mijttenaere. Hij ging naar het schip dat Rijkswaterstaat wil wegslepen uit het Binnenspuikanaal in IJmuiden. De loopplank bleek een omgekeerd gymnastiekbankje. Arthur gooide zijn tas aan boord. Op handen en knieën ging hij over het bankje. Let wel: alles glad door de vorst. Voor de terugweg was bootbewoner Hans van Monsjou zo aardig om het bankje met de platte kant boven te leggen en vorstvrij te maken (foto boven).
,,Knap lastig'', oordeelt Arthur achteraf. Collega Friso Bos was woensdag al op bezoek bij Van Monsjou. Hij mocht van het ene schip naar het daarnaast afgemeerde schip. Via een steile ladder. Waaruit een sport ontbreekt. Hier zie je waar de schepen liggen.
Op de onderste foto praat Van Monsjou met de wijkagenten, als de eerste spanning van de mislukte wegsleepactie is weggeëbd. ,,We komen terug en dan met de hele poppenkast'', aldus een van de politiemannen. We houden de vinger aan de pols.
vrijdag 21 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten